Dit jaar een vroege en rijke oogst van de kweeperen - al
weer enige weken geleden - maar de boom in de voortuin hangt bovenin nog steeds
vol. Dat wordt hogeschoolwerk.
Je kunt zo veel maken van die kweeën, zoals kweeperengelei
en marmelade volgens beproefd laatmiddeleeuws recept, en ook kweeperencompote
en sorbetijs.
Kweeperencompote
Voor een familiereünie maakte ik afgelopen weekend een kruidige kweeperencompote. Lekker bij vlees, of gewoon als toetje.
Voor een familiereünie maakte ik afgelopen weekend een kruidige kweeperencompote. Lekker bij vlees, of gewoon als toetje.
Voor compote kook ik zo’n vier geschilde kweeperen - in kwarten gesneden, klokhuis eruit - in 3 dl water en 3 dl rode wijn, met ruim 200 g suiker, wat
sinaasappelschil, beetje citroensap, kaneelstok, kruidnagelen en geplette zwarte
peperkorrels. Klokhuizen en schillen ook toevoegen aan het kookvocht voor de
pectine. Op zacht vuur laten koken met deksel op de pan, tot de peren rood zijn, ruim een uur.
Kweepeerstukken uit de pan vissen en het kookvocht zeven.
Partjes kweepeer en kookvocht heet in schone potten overdoen en in de vaatwasser pasteuriseren
op 70 oC.
Kweeperensorbetijs
Van de overgebleven kweeperencompote heb ik maar eens
sorbetijs gemaakt, een fluitje van een cent en o zo lekker!
Voor het kweeperenijs:
Suikerwater maken door 200 g suiker op te lossen in 2 dl water dat aan de kook is. Laten afkoelen in de koelkast. Dan 400 g kweeperen door een zeef wrijven, zodat je
ongeveer 300 g moes overhoudt.
Beetje citroenrasp erbij, het suikerwater en een eiwit.
Alles vermengen en in de ijsmachine draaien. Of met de hand: de gemengde massa
invriezen en halverwege goed doorroeren (anders ijskristallen) en wederom invriezen. Klaar is het kweeperenijs! Bolletjes ijs garneren met stukjes peer uit de compote.