zaterdag 27 oktober 2012

Duiventoren van Martainville

Deze herfstvakantie was ik in de buurt van Giverny, iets meer dan een uur gaans van Parijs. Vlak bij Lyons-la-Forêt bezocht ik het kasteel van Martainville uit 1485 met een duiventoren plus duiven. In de toren is het een gekoer en gefladder van de duiven een belevenis. Ik heb er een filmpje van gemaakt: kijk en luister!

Duivenvlucht: een heerlijk recht 
Van oudsher hield men duiven omwille van hun smakelijk vlees en kostbare mest. Deze duivenkweek vormde, samen met ander veerwild, een belangrijk onderdeel van de voedselvoorziening voor de rijke tafels van de edellieden. Dit was zeker het geval in de winter, als er nauwelijks vers rund- en varkensvlees beschikbaar was. 
Alleen de adel mocht er een vlucht duiven op nahouden. Dit had te maken met het feit dat de duiven niet of nauwelijks bijgevoerd werden. Zij zochten hun voedsel in de omgeving en konden dus schade aanrichten bij derden. Om deze overlast zoveel mogelijk te beperken, moest de houder van een duivenvlucht eigenaar zijn van een bepaalde oppervlakte grond. Het houden van een duivenvlucht ontwikkelde zich tot een heerlijk recht, dat vanaf de zeventiende eeuw ook in handen kwam van de gegoede stand, die min of meer op gelijke voet met de adel wilde leven.

In 1798 werden alle heerlijke rechten afgeschaft, maar in 1807 werden de Franse maatregelen weer wat verzacht. Krachtens de nieuwe Jachtwet mochten bezitters van een duiventil deze onder bepaalde voorwaarden behouden. Nieuwe torens mochten echter alleen met toestemming van de koning worden opgericht door mensen die tenminste over vijftien morgen teelland beschikten. In de negentiende eeuw werden duiventorens meer voor de sier opgericht.

Inrichting van een duiventoren
Een duiventoren is een rond, vierkant of meerhoekig gebouw met rondom doorlopend muurwerk dat vanaf de grond is opgetrokken. Zo’n toren kon meerdere functies hebben. De benedenverdieping kon dienst doen als schuur, stal of kippenren. Bovenaan bevinden zich aan de buitenkant aanvliegopeningen met aanvliegplankjes.
Binnenin de toren zijn nestgaten in het metselwerk uitgespaard voor de duiven. Een toren moest hoog zijn, rustig gelegen zijn en in de nabijheid van zuiver water.
Tegenwoordig treft men duiventorens nog aan op of rond kasteeldomeinen en op oude boerderijen die aan abdijen of kasteelheren toebehoorden. Ze komen voor in gebieden waar van oudsher akkerbouw werd bedreven. De oudste nog bestaande duiventoren (ca. 1590) in Nederland is die van Huis te Werve bij Rijswijk (Zuid-Holland).

Een achttiende-eeuws recept met duif uit een Maastrichts handschrift
In: Marleen Willebrands, De eerlijke keuken anno 1785 (Mooi Limburgs Boekenfonds 2008)

Duiven met peterselie: Duiven in een aarden pot of schotel gelegt met braaf [flink] peterselie, peperkorrels, eenige blaadjes foelie, ordentlijk veel water, boter met gestampte beschuit, salie; gestoofd met een deksel met vuur erboven. Men moet ze dikwerf omroeren.

Ingrediënten
-       4 houtduiven
-       100 g boter
-       bosje peterselie
-       ca. 8 blaadjes salie
-       ca. 4 stukjes foelie
-       20 peperkorrels
-       gemalen peper
-       zout

Bereiding
Oven voorverwarmen op 175oC. Wrijf de duiven in met peper en zout. Boter bruin laten worden in een braadpan en de duiven hierin dichtschroeien. Afblussen met ruim 3 dl water. Bezinksel goed losroeren van de bodem. Blaadjes salie, foelie en peperkorrels in het stoofvocht leggen. Bosje peterselie erbij leggen. Bak de duiven in ongeveer 15 minuten gaar in de oven. Keer ze in die tijd regelmatig en bedruip ze met het braadvocht. Eventueel water toevoegen.
Na de baktijd het stoofvocht zeven. De jus desgewenst binden met wat beschuitkruim. De duiven in de lengte doorsnijden en de helften opdoen op een voorverwarmde schaal met wat jus eroverheen. Garneren met gehakte peterselie.